De afgelopen tijd heeft de NVPC herhaaldelijk het verhoogd risico op een BIA-ALCL (Breast implant associated- anaplastisch grootcellig T cel lymfoom) onder de aandacht gebracht van haar leden. In januari 2018 werd in de JAMA een Nederlandse studie gepubliceerd waarin het absolute risico op BIA-ALCL werd geschat op 1 op de 35.000 vrouwen op een leeftijd van 50 jaar, tot 1 op 7.000 vrouwen op 75 jarige leeftijd. De publicatie werd overgenomen door de landelijke pers, wat tot veel vragen bij vrouwen met borstprotheses heeft geleid. De NVPC vraagt zijn leden om erkenning voor dit ziektebeeld, zodat adequate diagnostiek en therapie kan worden ingezet. RHMDC biedt ondersteuning in snelle diagnostiek van BIA-ALCL.
Flowcytometrie
Voor diagnostiek van BIA-ALCL zet RHMDC als een van de weinige diagnostische centra flowcytometrie in. Dit is een waardevolle techniek, omdat deze snel en gevoelig is. Indien seroom met aanvraag BIA-ALCL wordt ingestuurd naar RHMDC, wordt het zowel cytologisch (afdeling Pathologie) als flowcytometrisch (afdeling Medische Immunologie) onderzocht.
Insturen van materiaal
U moet aan een BIA-ALCL denken indien, meer dan 1 jaar na het plaatsen van borstprotheses, sprake is van onbegrepen seroomvorming of massavorming. Wij adviseren om materiaal af te nemen met een (steriele) cytologische punctie en zoveel mogelijk vocht in te sturen. Dit om de gevoeligheid van het onderzoek te verhogen. Voor betrouwbaar flowcytometrisch onderzoek is vers materiaal (zonder formaline) nodig, dat bij voorkeur binnen 12 uur, maar in ieder geval binnen 24 uur, op het laboratorium aanwezig is. Het onderzoek wordt ingezet naar de samenstelling van de leukocyten in het seroom, waarbij specifieke kleuringen voor T‑cellen en CD30 worden ingezet. In de regel is de uitslag van de flowcytometrie binnen 24 uur na aankomst van het materiaal op het laboratorium bekend.
Wanneer capsulectomie is verricht, stuurt u ook het kapsel in voor histologisch onderzoek.
Stuur het materiaal altijd inclusief het volledig ingevulde aanvraagformulier BIA-ALCL naar
RHMDC. Meld het materiaal vóór afname aan bij uw contactpersoon binnen RHMDC, zodat wij tijdig transport kunnen verzorgen. Indien gewenst kan RHMDC materiaal voor het insturen en conserveren van het seroom aanleveren. Daarbij is het mogelijk om gebruik te maken van een speciale bewaarvloeistof.
Heeft u vragen omtrent de diagnostiek van BIA-ALCL, neem dan contact op met Dr. M.R. Batstra, Medisch Immunoloog via telefoonnummer 015–2604526 of mail naar m.batstra@rdgg.nl.