Posttoets
1. Bij welke processen is de ACE2 receptor betrokken?
RAS en Bradykinine systeem
2. Hoe vaak komen er gastro intestinale klachten voor bij COVID-19?
Regelmatig 20–30%
3. Hoe is het COVID-19 ziektebeloop bij zwangeren?
Lijkt hetzelfde beloop als bij niet-zwangere leeftijdsgenoten
4. Is er verticale transmissie of transmissie van SAR-Cov‑2 via de moedermelk aangetoond?
Nee geen verticale transmissie & Nee geen transmissie via moedermelk
5. Serologie kan snel, binnen 7 dagen na eerste ziektedag, uitsluitsel geven of iemand de ziekte heeft doorgemaakt.
Niet waar
6. Bij het hoesten, niezen of praten komen kleine infectieuze druppeltjes vrij als een patiënt geïnfecteerd is met SARS CoV‑2. Hoe ver kunnen deze druppeltjes neerdwarrelen na uitademen?
Ongeveer tot 150 cm
7. In verband met schaarste kan ervoor worden gekozen om PBM te gebruiken en deze NIET te wisselen tussen verschillende COVID-19 patiënten op een cohort. Dit is:
Juist voor maskers; Onjuist voor handschoenen.